HARRIE LAVREYSEN; 22 JAAR EN NU AL EEN WERELDTOPPER
Hij leek geboren om als BMX’er olympisch goud te pakken, maar Harrie Lavreysen zag op zijn achttiende die droom in duigen vallen. Het baanwielrennen was zijn reddende engel. ‘Ik vind deze sport nu zelfs mooier dan het BMX’en.’
22 jaar is hij pas en toch werd Harrie Lavreysen al drie keer wereldkampioen. Vorig jaar kroonde de baanwielrenner zich tot de beste van de wereld in de teamsprint, dit jaar voegde hij daar nog twee gouden medailles aan toe. In maart was hij met Nederland in het Poolse Pruszków opnieuw het beste team, maar de Brabander sloot ook het koningsnummer op de sprint als ’s werelds beste af. En dat voor het eerst in twaalf jaar: Theo Bos was in 2007 de laatste Nederlander die dat lukte.
Ruim een maand later blikt Harrie alweer nuchter terug. ‘Er is niet veel veranderd’, zegt de Luyksgestelnaar. ‘Ik ben even op vakantie geweest, maar we zijn nu weer in volle voorbereiding op de European Games eind juni. Op het EK in oktober moeten we weer in topvorm zijn. Maar ik ben nog altijd superblij met die WK-titel, natuurlijk. Ik heb het hoogst haalbare bereikt en alles lukte zoals ik het wilde.’
Les geleerd
Voorafgaand aan het WK had hij op de Wereldbekerwedstrijd in Londen al oud-wereldkampioen Matthew Glaetzer verslagen. ‘Toen wist ik dat het op het WK ook moest lukken, maar ik wilde zeker niet te zelfzekerd zijn. Ik ben dan ook fris aan het WK begonnen.’ Die les leerde hij vorig jaar op het WK in Apeldoorn; na een zilveren plak in 2017 werd Harrie een jaar later slechts tiende. ‘Toen ging het niet zoals ik wilde en daar heb ik goed van geleerd. Dat ik niet te gemakkelijk moet denken; bij elke fout lig je eruit.’ Dat is direct op het confronterende aan de sport. ‘Van start tot finish moet je dondersgoed opletten.’
Het moeilijke daaraan is dat dat onderdeel niet te trainen is. ‘We trainen niet op tactiek, want dat is bijna niet te trainen. Het baanwielrennen is heel afhankelijk van fouten en het spanningsniveau van een wedstrijd is niet na te bootsen. Om tactisch sterk te zijn moet je vooral heel veel wedstrijden rijden.’ En toch is Harrie op zijn jonge leeftijd nu al een wereldtopper. ‘Ik denk dat ik dingen redelijk snel oppak. Ik maak niet gauw twee keer dezelfde fout.’ Hij ziet in zijn omgeving dat dat niet zo vanzelfsprekend is. ‘Ik sta als jonge twintiger vaak tussen dertigers. Dan zie ik dat ik echt nog een broekie ben. Qua leeftijd dan…’
BMX-droom
Als zesjarig mannetje begon Harrie in zijn geboortedorp Luyksgestel bij de Durtrappers met BMX’en. Op zijn veertiende werd hij zelfs Europees kampioen, en herhaalde die prestatie op zijn vijftiende en zestiende. De Olympische Spelen werden het heilige doel; daar zou hij ooit goud moeten halen. Maar BMX staat synoniem voor vele en harde valpartijen en Harrie werd uiteindelijk vier keer aan zijn schouders geopereerd. De klappen over de vele obstakels kon hij niet meer opvangen op de BMX-fiets… ‘Ik was pas achttien jaar en kreeg van de artsen mee dat BMX’en echt niet meer kon met mijn schouders. Dat was heftig.’ Hij laat een stilte vallen. ‘Maar op Papendal hadden de baanwielrencoaches mij bezig gezien en die begonnen wat aan mij te trekken. Zo ben ik al snel gaan baanwielrennen en dat heeft me over de teleurstelling geholpen. Ik heb mijn Olympische droom nooit hoeven opgeven.’
Passie
Want al snel kwamen ook op de baan de goede prestaties. Harrie verraste met zijn snelle aanpassingsvermogen. ‘Het is een totaal andere sport, die je niet met elkaar kunt vergelijken; vooral fysiek is het baanwielrennen totaal anders dan BMX’en. Maar ik heb wel veel ervaring in het BMX kunnen meenemen naar de baan. Neem de explosiviteit, behendigheid en het snelle draaien; daar had ik al veel ervaring in en daardoor ging de overgang gemakkelijk.’ Het baanwielrennen heeft inmiddels zijn hart veroverd. ‘Ik kijk nog graag naar BMX en vind het nog altijd een mooie sport, maar ik heb mijn passie echt in het baanwielrennen gevonden en vind dit nu zelfs een mooiere sport dan BMX. Het tactische aspect vind ik fascinerend. Het gaat er niet altijd om wie het snelste is, maar vooral ook wie het slimste is en het beste kan omgaan met de druk.’
Inmiddels woont Harrie in Apeldoorn, maar hij gaat wel elk weekend terug naar Luyksgestel. ‘Ik voel me nog altijd een echte Brabander. Waar ‘m dat in zit? De gezelligheid denk ik. Ik houd ook erg van carnaval.’ Net in die periode had hij dit jaar een belangrijke afspraak: het WK baanwielrennen. Harrie veroverde goud en liep zijn eigen polonaise. Want voor carnaval had hij daarna geen tijd meer. ‘Jammer genoeg.’ Maar er stond iets veel mooiers tegenover.
Foto: SWpix-Sportfoto.nl