ROLSTOELTENNISSER MAIKEL SCHEFFERS GAAT VOOR HET KWARTET

Trainen, trainen en nog eens trainen. Zo zien de dagen, weken en maanden van Maikel Scheffer er uit. Voor hem geen probleem. Tussen deze trainingen door wordt de tijd benut met het spelen van toernooien. En dat verloopt dit jaar zeer succesvol. We spreken hem in Berlijn aan de vooravond van zijn derde toernooi in drie weken.

Gouden koppel
“We mikken op een trio overwinningen. Twee weken geleden wonnen we in Tsjechië, verleden week in Barcelona en nu willen we Berlijn veroveren.” Waar Maikel het heeft over ‘we’ doelt hij op zichzelf en zijn dubbelpartner Tom Egberink. Met deze 26-jarige sportman uit Hardenberg vormt Maikel al lang een gouden koppel. “We doen er dan ook alles aan om aan het einde van de kwalificatieperiode bij de beste 10 van de wereld te staan. Als dat lukt zal ik voor de vierde keer op rij deelnemen aan de Paralympics. Ja, ik ga zeker vol gas voor dat kwartet.”

De drive van Maikel
Op dit moment staan de Nederlanders op een schijnbaar veilige derde plaats mondiaal. Het tekent de drive van Maikel dat hij daar geen genoegen mee neemt. “Nee, daar gaan we nog hard aan werken om verder te klimmen. Hoe we dat doen? Gewoon door zoveel mogelijk de baan op te gaan en kneiterhard te werken aan ons spel. Iedere bal die ik sla moet beter dan de vorige. In ieder geval moet dat de intentie zijn. De concurrentie is groot, we zitten allemaal heel dicht op elkaar en daarom willen we ook echt elke wedstrijd winnen.”

Trots op Brabant
De concurrentie van Maikel bestaat deels uit sporters die de helft van zijn leeftijd (36) hebben. Voor hem een extra impuls om scherp te blijven en deze ‘jonkies’ van de baan te vegen. “In de top-10 van het mondiale rolstoeltennis ben ik de oudste. Leeftijd zegt me echter helemaal niets, ik ben nog steeds enorm hongerig. Ik rol elke keer de baan op om het maximale te geven. Een echt favoriete wedstrijd in de aanloop naar Tokio heb ik niet, zoals ik al zei, ik wil alles winnend afsluiten.” Tenslotte – vlak voor een nieuwe training – geeft hij aan trots te zijn om deel uit te maken van Team Brabant Sport. “Ik ben trots op Brabant, nog trotser op mijn stad ’s-Hertogenbosch (hoop ook dat FC Den Bosch eindelijk gaat promoveren) en wil dit graag uitdragen. Dat doe ik als ik thuis ben, maar ook op alle andere plaatsen op de wereld.”