“Toch wel fijn om een studie achter de hand te hebben”

Dewy is talentvol judoka, Kenzo heeft een A-status bij het zwemmen. Verschillende sporten, maar hun verhaal is vergelijkbaar: jong begonnen met sport, gewoon omdat ze het leuk vonden. Inmiddels is het meer dan een hobby en dromen ze van de internationale top. Daarvoor moeten ze veel trainen. “Toen ik vijf jaar was ging ik met mijn broer Ryan mee kijken”, vertelt Dewy. “Daarna ging ik zelf ook judoën, bij budovereniging Dai-Ippo in Sint-Oedenrode. In het begin was het nog niet zo serieus, maar al snel won ik wat wedstrijden en dan ga je het steeds leuker vinden. Mijn trainer zei dat ik wel talent had en dat ik aan meer toernooien moest meedoen. Zo is het begonnen. Tegenwoordig train ik bij het RTC in Eindhoven. Normaal train ik zo’n veertien uur per week.”

Kenzo zwemt al sinds zijn vierde. Hij is een echte sprinter: de 50 vrij, de 50 vlinder en 50 rug zijn z’n beste afstanden. “Toen ik jong was, was ik nooit de beste. Waarom nu dan wel? Ik denk door hard te trainen. Ik ben doelgericht. Ik weet wat ik wil. Dat is de internationale top en de Olympische Spelen halen.”

Kenzo is geboren in Suriname en woont sinds 2017 in Nederland. Daar ging hij zwemmen bij De Dolfijn uit Amsterdam. Inmiddels maakt hij bij het High Potential Center in de hoofdstad zo’n 22 trainingsuren per week. “Dat zijn negen zwemtrainingen en vier krachttrainingen”, verduidelijkt hij. “Dat is heel serieus.”

Volgende carrière
Naast hun intensieve sportieve programma gingen Kenzo en Dewy ook nog naar school. En beiden willen volgend jaar gaan studeren. NOC*NSF vindt het belangrijk dat topsporters na hun sportloopbaan goed terecht komen. Daarom ondersteunt de sportkoepel hen via TeamNL@work. Dit programma begeleidt sporters bij het volgen van een studie tijdens of na de sportcarrière. Werken aan je volgende carrière, noemen ze dat ook wel. En daar kun je niet vroeg genoeg mee beginnen. Voor elke vorm van onderwijs zijn er vanuit TeamNL@work faciliteiten die de sporter helpen om deze combinatie makkelijker te maken.

Voor jonge talenten zijn er de Centra voor Topsport en Onderwijs (CTO’s). Daar worden ze onder andere begeleid door een lifestylecoach, die ze adviseert hoe ze topsport en onderwijs kunnen combineren. Kenzo: “Ze helpen je zodat je de juiste mensen weet te bereiken binnen je school, en ook met plannen: wanneer moet je je toetsen doen, maar ook van de dagelijkse routine. Dat heeft me vorig jaar wel geholpen.”

Toets verzetten
De CTO’s werken nauw samen met 29 Topsport Talentscholen in Nederland. Dewy zit al sinds haar twaalfde op het Sint-Joriscollege in Eindhoven. “Bij het CTO hebben ze ervoor gezorgd dat ik studie en sport kan combineren. Dat geeft een stuk minder stress als je tegelijk een toets en een toernooi hebt. Je kunt de toets verzetten en hoeft geen keuze te maken.”

Kenzo deed de havo op het Calandlyceum in Amsterdam. “Daar houden ze er rekening mee dat je aan topsport doet,” vertelt hij. “Je volgt niet het reguliere programma zoals de andere leerlingen. Je hebt minder lesuren, minder vakken, meer specifiek. Je kunt uitstel aanvragen voor toetsen. Ik ging soms op trainingsstage. Dan zat ik drie weken lang in het buitenland. Dan hield ik wel mijn schoolwerk bij, maar ik wilde me concentreren op het trainen. Bij terugkomst in Nederland maakte ik dan mijn toetsen.”

Lockdown
In maart ging Nederland in lockdown vanwege de coronacrisis. Van de ene op de andere dag werden alle trainingslocaties gesloten. Ook voor Dewy en Kenzo veranderde er veel. Dewy: “Ik was sinds december geblesseerd. Ik had alleen krachttraining, maar dat viel ook ineens weg. Dat vond ik vervelend, want nu had ik niets meer. Voordeel is wel dat ik meer tijd aan school kon besteden en daardoor hogere cijfers heb gehaald.”

Ook de deuren van de zwembaden gingen dicht, waardoor Kenzo niet meer kon zwemmen. “Ik moest voor mezelf gaan trainen: rennen of fietsen. In het begin ging dat niet echt lekker en eiste dat wel wat zelfdiscipline, maar na een tijdje lukte het wel. En ik had wel meer tijd voor school. Ik moest nog een paar toetsen afronden. Dat is gelukt.”

Het centraal eindexamen ging niet door. Maar beide jonge sporters zien dat niet als een probleem. “Als ik heel eerlijk ben, vind ik dat niet echt vervelend”, zegt Kenzo. “Ik denk dat ik het anders ook wel zou hebben gehaald, maar het was nu sneller bekend dat ik geslaagd ben. En het neemt wat stressmomenten weg.”
Dewy: “We hadden nu alleen schoolexamens in april. Daar kon ik mee leven.”

Belangrijk
Kenzo wil volgend schooljaar een studie Finance & Control gaan volgen aan de Hogeschool van Amsterdam. “Het hoofddoel blijft zwemmen”, vertelt hij. “Maar ik vind het wel belangrijk dat ik na mijn sportcarrière ergens aan de slag kan en dat ik dan niet opnieuw moet beginnen.”

Dewy wil Tandheelkunde gaan studeren in Nijmegen. Maar als ze niet wordt ingeloot, gaat ze voor een studie Psychologie in Tilburg. Wat het ook wordt: een studie volgen naast een topsportcarrière is niet eenvoudig. “Maar als je veel plant moet het wel lukken”, is Dewy’s inschatting. “Desnoods loop je wat studievertraging op. Ik vind het belangrijk om een studie te volgen. In de topsport weet je nooit hoe het loopt. Je kunt bijvoorbeeld zwaar geblesseerd raken. Dan is het toch wel fijn om een studie achter de hand te hebben.”