Aniek Roekevisch is helemaal happy op de sportcampus

Haar ouderlijk huis staat in De Achterhoek, in Ruurlo om precies te zijn. Daar verblijft Aniek Roekevisch in de weekenden. Doordeweeks woont ze in Eindhoven. De net 18 geworden waterpoloster checkt zondagavond in op de Sportcampus. Samen met veel andere talenten profiteert zij optimaal van deze voorziening. Het TeamNL centrum van BrabantSport faciliteert de veelal jonge sporters door te zorgen voor alle randvoorwaarden. Het topsportklimaat op de Sportcampus biedt voor de sporter een optimale woonomgeving met minimale reisafstanden naar de trainingslocaties.

Aniek is blij met deze optie. “Ik woon er nu voor het tweede jaar. Tijdens een bijeenkomst van Jong Oranje in Zeist werd ons gevraagd of we interesse hadden in deze mogelijkheid. De meeste meiden staken direct hun duim omhoog. Ook ik reageerde positief op de vraag van Arjan Vos (hoofdcoach van de waterpolo academie). Het is hier heel leuk. Zeker met de andere meiden hebben we het erg naar ons zin. Achteraf kan ik wel stellen dat juist de komst van deze groep mij heeft geholpen om jong uit huis te gaan. In mijn eentje was dat wellicht anders gelopen. Echt helemaal uit huis ben je natuurlijk niet als je ieder weekend weer thuis aanschuift. Mijn vriendinnen in Ruurlo zie ik daardoor wel wat minder. In de weekenden zijn natuurlijk ook vaak de wedstrijden. Gelukkig heb ik hier op de campus vrienden en vriendinnen. Nee, ik hoef er niet veel dingen voor te laten en vergeet niet, ik ben hier met een doel. We werken hier hard om straks deel te nemen aan grote toernooien.”

Drukke dagen
Aniek had geen moeite om op zichzelf te gaan wonen. “Je kunt wel stellen dat ik al vroeg zelfstandig was. Ik hou het hier netjes schoon en ben vaak blij dat ik me op mijn eigen kamer kan terugtrekken. Daar kun je je dan lekker even afsluiten van de drukte. Maar als ik iemand wil spreken, is er altijd wel een andere sporter of begeleider waar ik mee kan praten of een spelletje mee kan doen.” Bij topsport hoort goede voeding. Ook hierover is Aniek goed te spreken. “Aan het begin van de week geef je aan hoeveel dagen je er bent en dan worden er door de kok en de diëtist altijd lekkere gezonde maaltijden voorgezet. We moeten ook goed eten, want we trainen heel serieus door de hele week heen. Ik zal eens een voorbeeld van een donderdag geven. We beginnen dan op school. Omdat we de lessen spreiden over twee jaar volgen we drie vakken. Ik doe namelijk gespreid examen. Zo heb ik vorig jaar in de helft van mijn vakken examen gedaan en dit jaar doe ik voor de andere helft examen. Na drie lessen zijn we om 11.10 uur klaar. Dan eet ik een broodje. Vervolgens gaan we op de fiets naar het Pieter van den Hoogenband zwembad waar om 13.15 uur de warming-up start. Van 13.30 tot 15.30 liggen we in het water voor een waterpolotraining. Daarna eten we wat, ga ik rusten of een spelletje doen en om 19.30 uur gaan we nog een uurtje het water in. We wisselen waterpolotraining af met zwem- en krachttrainingen. Ja, het zijn best drukke dagen.”

De Spelen

Als speelster van Oranje onder 18 staat er dit jaar een WJK op het programma. “Dat is in Servië. Ook maak ik nog kans om geselecteerd te worden voor het EJK voor onder 18 in Israël eind juni. Natuurlijk droom ik ook al over het absolute sportieve hoogtepunt voor iedere sporter, de Olympische Spelen. Parijs komt wel erg snel, maar wie weet draai ik in 2028 mee in de ploeg die naar Los Angeles gaat. Mijn kwaliteiten liggen niet zozeer bij het zwemmen, maar ik ben linkshandig en heb een goed overzicht. We werken er hier in Brabant hard aan om deze doelen te behalen. Het is tof hier, maar door de drukke trainingsdagen heb ik nog niet veel meer van Brabant kunnen zien. Ik voel me er in ieder geval welkom.”